In 2019 hebben het kabinet en sociale partners in het Pensioenakkoord een breed pakket aan maatregelen met elkaar afgesproken voor een nieuwe pensioenwet. Op 30 maart 2022 is de uitwerking daarvan in de Wet toekomst pensioenen (Wtp) door minister Carola Schouten (Pensioenen) aan de Tweede Kamer aangeboden voor behandeling.

Vertraging
De bespreking in de Tweede Kamer heeft echter vertraging opgelopen. Een eerste wetgevingsoverleg, dat plaatsvond op 12 en 15 september, is nog niet afgerond en zal worden voorgezet op 10 oktober. Op 31 oktober staat een plenair debat voor de Tweede Kamer gepland. Klik hier voor de planning op de site van de Rijksoverheid.

Na de behandeling in de Tweede Kamer volgt óók nog een grondig debat in de Eerste Kamer.

Daarnaast wil een aantal Kamerleden, waaronder Bart van Kent en Pieter Omtzigt, wachten op een rapport van de Commissie Parameters. Deze commissie moet de uitgangspunten gaan vaststellen waarmee pensioenfondsen berekeningen kunnen maken over het verwachte pensioenresultaat in het nieuwe stelsel en dus over de effecten van de herverdeling van ruim 1.500 miljard euro collectief vermogen naar individuele pensioenpotten (het zogenaamde invaren). In de huidige wereld vol volatiliteit is zo’n operatie extra kwetsbaar. Tijdens de feitelijke overgang naar een nieuw stelsel, gedurende vier jaar, kunnen de marktomstandigheden ingrijpend veranderen.

De commissie heeft daarom aangegeven dat zij meer tijd nodig heeft voor het onderzoek dan voorzien en acht het haalbaar om in het vierde kwartaal van 2022 een advies uit te brengen. Minister Schouten heeft in dat kader het mandaat verlengd tot 30 november 2022.

De vraag is dus al met al hoe haalbaar het nog is dat op 1 januari 2023 de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking kan treden. KBO-Brabant is daar niet rouwig om. Zoals bekend zijn wij bepaald geen voorstander van deze nieuwe wet.