29 november 2023

Oplossingen voor personeelstekorten Wmo

De personeelstekorten in de Wmo-zorg en ondersteuning zijn fors en leiden tot enorme wachttijden van huishoudelijke hulp en begeleiding. Vooral in de huishoudelijke hulp zijn de personeelstekorten groot.

Leo Bisschops, voorzitter van KBO-Brabant, stelt voor om jongeren te ‘verleiden’ om hun baantje als vakkenvuller in de supermarkt om te ruilen voor een maatschappelijk veel betere activiteit als hulpverlener voor zorgbehoevende ouderen. ‘Vooral tijdens een tussenjaar kunnen zij veel betekenen voor zorgbehoevende ouderen. Het intergenerationeel werken levert mooie waardevolle momenten en neveneffecten op. Oud leert van jong en andersom, maar denk ook aan studenten die als huishoudelijke hulp werken en die in hun vrije tijd allerlei hand- en spandiensten voor de zorgbehoevende ouderen verrichten’.

Tijden verruimen

Bisschops doet nog meer aanbevelingen aan zorgaanbieders, zoals: ‘Verruim de tijden waarop huishoudelijke hulp wordt geleverd door ook de hulp te leveren in de avonduren en op de zaterdag én zondag. Dit biedt mogelijkheden om andere groepen hulpverleners aan te trekken – scholieren, studenten, mensen in ploegendienst die wat willen bijverdienen of mensen met jonge kinderen bij wie de andere partner op de kinderen kan passen in de avond of het weekeinde. Uiteraard moet met de cliënt wel worden afgestemd welke dag en tijdstip passend is’.

Taal-eis verlichten

Tot slot zegt Leo Bisschops: ‘Verlicht de taal-eis. Voorheen werd aan zorgverleners de eis gesteld dat ze in de Nederlandse taal kunnen communiceren. De taal-eis kan verruimd worden door te bepalen dat een zorgverlener kan communiceren met de cliënt, ook als dat gaat in een andere taal’.

Hulp bij huishouden

KBO-Brabant vindt dat het belang van hulp bij huishouden vaak onderschat wordt. Uit onderzoek van het CPB (Wat als zorg wegvalt, 2019) blijkt dat de druk op duurdere zorgvormen toeneemt als hulp bij huishouden en de signalerende functie wegvalt. KBO-Brabant heeft de position paper van Hulp bij Huishouden is zoveel meer dan poetsen van harte onderschreven.

Oplossingsrichtingen

Tijdens de Vrijwilligersdagen van KBO-Brabant werden door oud-bestuursrechter Bert van ’t Laar en zo’n tachtig vrijwillige Wmo-cliëntondersteuners van KBO-Brabant over de schaarste in de Wmo-zorg en ondersteuning gesproken. Nog meer oplossingsrichtingen die aangedragen werden zijn:

1. Wat te doen als er onvoldoende personeel is bij de zorgaanbieder(s)?

Mogelijke suggesties:

a. Zorg in natura vervangen door zorg te leveren via een persoonsgebonden budget door een persoon uit het sociale netwerk van de cliënt. De Centrale Raad van Beroep bepaalde in augustus jl. dat gemeenten niet kunnen volstaan met het minimumloon bij huishoudelijke hulp vanuit het sociaal netwerk. Het tarief is per 1 oktober 2023 € 19,80 en per 1 maart 2024 € 20,39 per uur. Een dergelijk tarief maakt het interessanter om de zorg voor een naaste (tijdelijk) te verrichten als er onvoldoende zorg in natura beschikbaar is. Ook voor de gemeente is het financieel aantrekkelijk deze vorm te kiezen. Een uur zorg in natura kost ca. € 33,-

b. Wijksgewijs werken door de zorgaanbieders. In Roosendaal werken de zorgaanbieders per wijk. De individuele keuzevrijheid van een cliënt om een zorgaanbieder te kiezen, is hiermee losgelaten. Voordeel is dat er minder reistijd nodig is en dat een zorgverlener gemakkelijker nog even terugkeert naar een cliënt om bijv. de was op te hangen of uit de droger te halen, als ze hieraan eerder niet is toegekomen.

c. Zorgverleners verleiden om meer uren te werken. In Tilburg heeft het FNV recent een onderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek dat een aanzienlijk aantal zorgverleners in dienst van een zorginstelling wel meer uren zouden willen maken, maar op de volgende problemen stuiten:

– bij meer werken dan circa 24 uur is het inkomen van dien aard dat toeslagen verminderen of geheel verdwijnen, waardoor meer werken niet meer loont;

– door de bezuinigingen en andere normenkaders is per cliënt minder tijd beschikbaar. Dat betekent meer adressen op een dag bezoeken, waarbij in alle gevallen het zware werk moet worden overgenomen. Dat is fysiek zwaar en belemmert een urenuitbreiding.

In de praktijk hebben de cliënten van huishoudelijke hulp een brief gekregen dat er rekening moet worden gehouden met vermindering van hulp bij ziekte en vakanties van de vaste hulpverlener of dat de hulp nog slechts eenmaal per veertien dagen komt of minder uren komt. Hierbij moet worden bedacht dat het ernaar uitziet dat de schaarste in de toekomst verder zal toenemen, gelet op de toename van het aantal ouderen.

2. Wat te doen als de personeelstekorten en daarmee de wachttijden bij de gemeente oplopen?

– De spoedprocedure komt steeds vaker in beeld. De wet zegt: “In spoedeisende gevallen (…) beslist het College na een melding als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, onverwijld tot verstrekking van een tijdelijke maatwerkvoorziening in afwachting van de uitkomst van het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2 en de aanvraag van de cliënt.” Bij de melding moet een goede motivering worden gevoegd waarom toekenning van een tijdelijke voorziening nodig is. Denk bijvoorbeeld aan een alleenstaande die na terugkeer uit het ziekenhuis, geen beroep kan doen op gebruikelijke hulp of mantelzorg en Wmo-zorg, ondersteuning en een hulpmiddel zoals een traplift of een vervoermiddel hard nodig heeft. Let op dat de voorziening niet slechts tijdelijk nodig is. De gemeente hoeft in principe alleen bij langdurige beperkingen (langer dan een half jaar) een voorziening toe te kennen. Een uitzondering kan hulp bij het huishouden vormen.

– Altijd schriftelijk (e-mail) de melding doen of het telefoongesprek bevestigen, dan ligt de datum vast. De gemeente heeft zes weken de tijd om onderzoek te doen naar de melding. Als de melding niet tijdig wordt opgepakt, kun je na zes weken een schriftelijke aanvraag doen.