21 februari 2022

Blog: Erfenis van vadertje Drees

De erfenis van vadertje Drees

Leo Bisschops, voorzitter KBO-Brabant, 21 februari 2022

 

Ik neem u mee terug in de tijd, 1947. Nederland lag er berooid bij, geplunderd door een bezetter. Woningnood, armoede, werkloosheid. In die omstandigheden ontwierp de minister van Sociale Zaken, Willem Drees, zijn Noodwet Ouderdomsvoorziening. Een uitkering aan mannen en alleenstaande vrouwen van 65 jaar en ouder zonder voldoende eigen inkomsten. Ouderen waren voortaan voor hun bestaan niet meer afhankelijk van hun kinderen. De morele solidariteit van het parlement lag toen op een hoog niveau: van links tot rechts steunde men de noodwet. In 1956 werd deze omgezet in de Algemene Ouderdomswet, AOW: een volksverzekering voor iedereen, en dus geen sociale voorziening voor alleen mensen die financieel door het ijs dreigen te zakken, zoals nu de Bijstandswet.

Aanvankelijk was het idee dat de AOW de gemiddelde loonstijging zou volgen, maar in de jaren tachtig heeft het parlement die koppeling buiten werking gesteld. Vanaf toen kwam de AOW langzaam op achterstand, evenals andere minimumregelingen. ‘Voor de overheid goed nieuws, want hoewel het aantal ontvangers voortdurend toenam, daalden de AOW-uitgaven als percentage van het nationaal inkomen tot in deze eeuw’, aldus Harrie Verbon, hoogleraar Openbare Financiën. Daarmee was de discussie over de betaalbaarheid van de AOW echter niet van tafel. Het groeiend aantal senioren zou leiden tot torenhoge belastingen of een groeiende overheidsschuld en dat was aanleiding om de AOW-leeftijd stapsgewijs te gaan verhogen naar 69,5 jaar. ‘Wat dit betekent voor de laagstbetaalden, laat zich raden’, aldus Verbon. ‘Ze moeten langer doorwerken en kunnen minder lang van hun pensioen genieten dan mensen met een hoger inkomen.’ Veel onderzoeken tonen immers aan dat mensen met een laag inkomen gemiddeld vijf (!) jaar korter leven en meer dan tien jaar ook nog in relatief slechte gezondheid.

Binnenkort bespreekt het parlement het voorstel om de verhoging van het minimumloon niet te laten doorwerken in een verhoging van de AOW. Dan moet blijken of de huidige parlementariërs in dit rijke land dezelfde unanieme morele grootsheid laten zien als hun collega’s destijds in het berooide Nederland.