Op onze bewustwordingsbijeenkomsten horen we steevast hetzelfde geluid: senioren willen het liefst in hun dorp of wijk blijven wonen. Niemand wil vertrekken. Dat begrijp ik volkomen, maar dat betekent wel dat er goed nagedacht moet worden over ouder worden in het eigen dorp of de eigen wijk. Over de kansen en de perspectieven. Zijn er voldoende voorzieningen, buurtontmoetingsplaatsen en vooral woonmogelijkheden?
Een mooie mogelijkheid om te kunnen blijven wonen in het eigen vertrouwde huis, en dus ook in het eigen dorp, is woningsplitsing, ook wel duo-wonen genoemd. Daarbij wordt de eigen woning na het uitvliegen van de kinderen in tweeën gesplitst. Op de benedenverdieping blijven de senioren wonen. De etage wordt geschikt gemaakt voor bewoning door een jonger iemand. Voor de oudere biedt duo-wonen veel voordelen: aanspraak, hulp in de buurt en huurinkomsten. Plus natuurlijk het voordeel van kunnen blijven wonen op de plek waar men al zo lang en graag woont.
Woningsplitsing lijkt het ei van Columbus. Een win-winsituatie voor ouderen, jongeren én de overheid, omdat het de wooncrisis mee helpt oplossen. Helaas is niet alles goud wat er blinkt. Duo-wonen verwezenlijken is in veel gemeenten een zaak van lange adem, zoals blijkt uit het verhaal van Leo van Zeeland (foto) in ONS Magazine van september 2024. Je moet een fors doorzettingsvermogen hebben om woningsplitsing voor elkaar te krijgen. Een stichting als Statiegeld op Jeugd kan ondersteuning bieden, maar dan nog is het een traject vol hobbels en valkuilen. Daarom roep ik gemeenten op om werk te maken van beleid op woningsplitsen. Met het wegnemen van drempels en het faciliteren van senioren die hun huis geschikt willen maken voor duo-wonen helpen gemeenten twéé generaties!
Leo Bisschops, voorzitter