Natuurlijk: net als in de rest van onze maatschappij hebben we ook in het verkeer te maken met vergrijzing. En dat is een aspect dat onze aandacht verdient. De toename van het aantal oudere verkeersdeelnemers ligt echter veel genuanceerder dan in de krant wordt gesuggereerd. Veel 75-plussers ervaren de manier waarop over dit onderwerp wordt geschreven als stigmatiserend. En ik kan ze geen ongelijk geven: teksten als ‘ouderen kruipen nog steeds achter het stuur’, ‘1500 bejaarden naar het CBR gestuurd’ en ‘ook buurlanden hebben te kampen met meer ouderen op de weg’ zijn suggestief. Laten we helder zijn: leeftijd op zichzelf is géén directe indicator voor verkeersvaardigheid. Hoewel oudere automobilisten mogelijke fysieke beperkingen kunnen hebben die hun rijvaardigheid beïnvloeden, rijden oudere bestuurders bewezen heel veilig en verantwoord. Laten we iedereen beoordelen op basis van hun vaardigheden en capaciteiten, niet op basis van hun leeftijd. Scheer niet iedereen over één kam, dat roept terecht weerstand op.
Het is van cruciaal belang te blijven investeren in maatregelen die de verkeersveiligheid bevorderen voor álle weggebruikers, ongeacht hun leeftijd. Ik denk daarbij aan het verbeteren van de infrastructuur, maar ook aan strikte controles en strengere handhaving. Echter dan wel voor alle bestuurders, welke leeftijd ze ook hebben! De focus ligt de laatste tijd op de oudere weggebruiker, maar eerlijk is eerlijk: jonge rijbewijsbezitters veroorzaken statistisch gezien veel meer ongevallen. Zij missen de rijervaring die oudere bestuurders wél hebben. Daarom pleit ik voor een evenwichtige benadering van het bevorderen van de verkeersveiligheid, waarbij rekening wordt gehouden met de diversiteit van de bestuurders. En ik pleit voor bedachtzame en eerlijke berichtgeving daarover.
Leo Bisschops, voorzitter