De koppeling van de AOW aan het minimumloon is sinds 1980 in de wet vastgelegd. Die koppeling blíjft, besloot de meerderheid van de Eerste Kamer.

De Eerste Kamer zorgde op 5 december voor een mooi cadeautje voor alle (toekomstige) gepensioneerden: de Senaat nam een motie van Martin van Rooijen (foto) aan waarin staat dat de koppeling van de AOW een onlosmakelijk onderdeel blijft van het stelsel van sociale zekerheid en bestaansminimum.

Loskoppelen

In 2022 probeerde het kabinet Rutte de AOW los te koppelen van het minimumloon. Sinds 1980 stijgt de AOW mee als het minimumloon omhoog gaat. Het kabinet stelde voor de AOW niet meer mee te laten groeien met de destijds voorgenomen extra verhoging van het minimumloon. Dat zou te duur zijn. Er kwam veel weerstand tegen het plan. De Eerste Kamer sprak zich in 2022 al uit tegen de loskoppeling van AOW en minimumloon.

In de wet vastgelegd

Nu gaat de Eerste Kamer nog een stap verder: de koppeling van de AOW moet ook in de toekomst een onlosmakelijk onderdeel blijven van ons stelsel van sociale zekerheid en bestaansminimum. Deze koppeling is in de wet vastgelegd als onderdeel van ons sociaal denken, mede op basis van volledige overeenstemming met werkgevers en werknemers en hun organisaties, stelt een meerderheid van de Eerste Kamer.

Steun

De motie van Martin van Rooijen (50PLUS) om de koppeling tussen AOW en minimumloon onlosmakelijk van elkaar te maken werd gesteund door GroenLinks-PvdA, SGP, CDA, PVV, FVD, SP, PvdD, BBB, OPNL en 50PLUS. D66, VVD, JA21, ChristenUnie en Volt stemden tegen de motie.